Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jada

Jada

(Ja̱da) [waarschijnlijk een verkorte vorm van Jedaja, wat „Jah weet (kent)” betekent].

Een nakomeling van Juda via Jerahmeël. Jada wordt genoemd als een zoon van Onam en als de vader van Jether en Jonathan. — 1Kr 2:3, 25, 26, 28, 32.