Jekamja
(Jeka̱mja) [Jah heeft opgericht].
1. Een nakomeling van Juda en een zoon van Sallum. — 1Kr 2:3, 41.
2. Een van de zonen van koning Jojachin (Jechonja) die tijdens diens Babylonische ballingschap geboren werden. — 1Kr 3:17, 18.
(Jeka̱mja) [Jah heeft opgericht].
1. Een nakomeling van Juda en een zoon van Sallum. — 1Kr 2:3, 41.
2. Een van de zonen van koning Jojachin (Jechonja) die tijdens diens Babylonische ballingschap geboren werden. — 1Kr 3:17, 18.