Jeriël
(Je̱riël) [Moge God zien; God heeft gezien].
Zoon van Tola en hoofd van een vaderlijk huis van de stam Issaschar. — 1Kr 7:1, 2.
(Je̱riël) [Moge God zien; God heeft gezien].
Zoon van Tola en hoofd van een vaderlijk huis van de stam Issaschar. — 1Kr 7:1, 2.