Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Jeria

Jeria

(Jeri̱a) [Moge Jehovah zien; Jehovah heeft gezien].

Zoon of nakomeling van Hebron, de zoon van Kehath (1Kr 23:12, 19). Jeria, of zijn vaderlijk huis, wordt in samenhang met de door David opgezette organisatie van de levieten vermeld (1Kr 24:23, 30, 31). Toen hij, of zijn vaderlijk huis, over het gebied ten O van de Jordaan werd aangesteld, werd hij „het hoofd van de Hebronieten” genoemd. — 1Kr 26:31, 32.