Jibleam
(Ji̱bleam) [misschien van een grondwoord dat „verzwelgen; opslokken” betekent].
Een stad in het gebied van Issaschar maar met haar onderhorige plaatsen aan Manasse toegewezen. De Manassieten slaagden er echter niet in de Kanaänieten uit Jibleam te verdrijven (Joz 17:11-13; Re 1:27). Jibleam schijnt identiek te zijn met het in Manasse gelegen Bileam, dat aan de Kehathitische levieten werd gegeven (1Kr 6:70). Maar in de parallelle passage waarin melding wordt gemaakt van de levietensteden in het gebied van de halve stam Manasse (Joz 21:25), staat de naam „Gath-Rimmon” in plaats van „Bileam” of „Jibleam”. Dit wordt over het algemeen aan een afschrijffout toegeschreven. Men neemt aan dat „Gath-Rimmon”, de naam van een stad in Dan, bij vergissing uit vers 24 is overgenomen.
Jibleam wordt geïdentificeerd met Khirbet Belʽameh, ongeveer 18 km ten ZZO van Megiddo.
In de buurt van Jibleam werd koning Ahazia van Juda op bevel van Jehu dodelijk verwond (2Kon 9:27). Later eindigde de dynastie van Jehu met de moord op Zacharia te Jibleam (volgens de LXX-uitgave van de Lagarde). — 2Kon 15:10-12, JB; NW; RS.