Jisbak
(Ji̱sbak).
De als vijfde genoemde van de zes zonen die Ketura aan Abraham baarde; deze zonen werden door Abraham met geschenken weggezonden, maar hij liet hen niet in de erfenis delen. — Ge 25:1, 2, 5, 6; 1Kr 1:32.
(Ji̱sbak).
De als vijfde genoemde van de zes zonen die Ketura aan Abraham baarde; deze zonen werden door Abraham met geschenken weggezonden, maar hij liet hen niet in de erfenis delen. — Ge 25:1, 2, 5, 6; 1Kr 1:32.