Jizri
(Ji̱zri) [Van (behorend tot) Jezer].
De leider van de vierde groep van twaalf musici die overeenkomstig Davids reorganisatie in Jehovah’s heiligdom dienden (1Kr 25:7, 8, 11). Wegens het ontbreken van de Hebreeuwse beginletter jōdh luidt zijn naam in vers 3 „Zeri”. Daar wordt hij als een zoon van Jeduthun geïdentificeerd.