Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Joseba

Joseba

(Jose̱ba) [Jehovah is overvloed].

Vrouw van de hogepriester Jojada; dochter van koning Joram van Juda, hoewel niet noodzakelijkerwijs bij zijn vrouw Athalia. Haar naam wordt ook als „Josabath” gespeld (2Kr 22:11). Na de dood van haar broer (of halfbroer), koning Ahazia, nam Joseba Ahazia’s kleine zoon Joas en verborg hem om hem te behoeden voor de moordzuchtige Athalia, die alle koninklijke nakomelingen liet afslachten. Jojada en Joseba hielden hun neef zes jaar in hun woonvertrekken op het tempelterrein verborgen, totdat Jojada hem naar buiten bracht om tot koning te worden uitgeroepen (2Kon 11:1-3; 2Kr 22:10-12). Onder goddelijke voorzienigheid droeg de handelwijze van Joseba en haar man ertoe bij dat de koninklijke geslachtslijn, die van David tot de Messias leidde, in stand werd gehouden.