(Jo̱zabad) [waarschijnlijk: Jehovah heeft begiftigd].

In de Hebreeuwse tekst komt ook de langere vorm Jehozabad voor; dit geldt voor nr. 11 t/m 13.

1. Een krijgsman die zich te Ziklag bij David aansloot; een Gederathiet. — 1Kr 12:1-4.

2, 3. Twee personen met deze naam bevonden zich onder de hoofden van Manasse die tot David overliepen toen deze in Ziklag was, en zij werden oversten in zijn leger. — 1Kr 12:20, 21.

4. Een gemachtigde die door koning Hizkia was aangesteld om mede zorg te dragen voor de tienden, de bijdragen en de heilige dingen die het volk bracht; ongetwijfeld een leviet. — 2Kr 31:12, 13.

5. Een overste van de levieten die veel schapen en runderen als bijdrage schonk voor de grote paschaviering die koning Josia organiseerde. — 2Kr 35:1, 9, 18.

6. Een van de na de ballingschap levende levieten in wiens hand Ezra en degenen die met hem waren, alle kostbare voorwerpen die zij in 468 v.G.T. uit Babylon naar Jeruzalem hadden meegebracht, ’afwogen’ (Ezr 8:33, 34). — Zie nr. 8, 9 en 10.

7. Een zoon of nakomeling van Pashur en een van de priesters die hun buitenlandse vrouwen met hun zonen wegzonden. — Ezr 10:22, 44.

8. Een van de levieten die gunstig reageerden op Ezra’s aanmoediging hun buitenlandse vrouwen weg te zenden (Ezr 10:10, 11, 23, 44). Misschien dezelfde als nr. 6, 9 en 10.

9. Een van de levieten die samen met Ezra en Nehemia het volk de Wet voorlazen en verklaarden (Ne 8:7-9). Misschien dezelfde als nr. 6, 8 en 10.

10. Een leviet die „over de aangelegenheden buiten” de herbouwde tempel gesteld was (Ne 11:15, 16). Misschien dezelfde als nr. 6, 8 en 9.

 11. De tweede van Obed-Edoms acht zonen die tot de poortwachters van het heiligdom behoorden. — 1Kr 26:1, 4, 5, 13, 15.

12. Een Benjaminiet die in het leger van koning Josafat het bevel voerde over 180.000 man. — 2Kr 17:17, 18.

13. Een medeplichtige aan de moord op koning Joas van Juda. Jozabad en Jozakar, dienaren van Joas, doodden de koning omdat hij Jojada’s zoon Zacharia had omgebracht. Zij werden op hun beurt gedood door Amazia, de zoon en opvolger van Joas. Jozabad was de zoon van een Moabitische genaamd Simrith en van Somer. — 2Kon 12:20, 21; 2Kr 24:20-22, 25-27; 25:1, 3.