Jozadak
(Jo̱zadak) [waarschijnlijk: Jehovah verklaart rechtvaardig].
De Nederlandse weergave van twee Hebreeuwse naamvormen: Jō·za·dhaqʹ en de langere vorm Jehō·za·dhaqʹ.
De vader van de hogepriester Jesua (of Jozua) (Ezr 3:2; Hag 1:12; Za 6:11). Jozadak werd in ballingschap gevoerd nadat Nebukadnezar de overpriester Seraja — Jozadaks vader — had gedood, en zo werd de hogepriesterlijke lijn via Jozadak in stand gehouden. — 1Kr 6:14, 15; 2Kon 25:18-21; Ne 12:26.