Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kaftor

Kaftor

(Ka̱ftor), Kaftorieten (Kaftori̱e̱ten).

De Kaftorieten of Kaftorim behoorden tot de nakomelingen van Cham via Mizraïm (Ge 10:6, 13, 14; 1Kr 1:12). Op een niet nader gespecificeerd tijdstip vóór de uittocht van de Israëlieten uit Egypte (1513 v.G.T.) hadden de Kaftorieten land in het zuidwestelijke deel van Kanaän veroverd en een volk verdreven dat als de Avvieten bekendstond (De 2:23). Op andere plaatsen wordt de naam Kaftor (ook Kreta, GNB; NW) toegepast op het „eiland” of „kustland” (SV; PC; en andere) van waar uit de Filistijnen naar Kanaän migreerden. — Jer 47:4; Am 9:7.

Over de identificatie van Kaftor is druk gediscussieerd. Het deltagebied van Egypte, de ZO-kust van Klein-Azië (met inbegrip van Cilicië), Kappadocië en Kreta zijn als mogelijkheden geopperd. De meeste geleerden in deze tijd pleiten voor een identificatie met het eiland Kreta, dat voor de ZO-kust van Griekenland ligt. Sommigen zouden ook naburige eilanden en kustgebieden tot Kaftor willen rekenen. Men neemt aan dat de in de Assyro-Babylonische teksten aangetroffen naam Kaptara en de in Egyptische inscripties voorkomende letters Kfty(w) voor Kaftor staan. Er zijn aanwijzingen dat de Egyptenaren (eveneens nakomelingen van Mizraïm) vanaf een vroeg tijdstip in de geschiedenis, misschien sedert de dagen van Abraham, handeldreven met de Kretenzers.

Veel geleerden zijn van mening dat met de in Deuteronomium 2:23 genoemde „Kaftorieten” in werkelijkheid de Filistijnen bedoeld worden. Aangezien er echter wordt gezegd dat de Filistijnen uit de Kasluhim zijn voortgekomen (een andere tak van Mizraïms nakomelingen), zouden de Filistijnen alleen in geografisch (en niet in genealogisch of raciaal) opzicht als Kaftorieten kunnen worden aangeduid, dat wil zeggen in de betekenis dat zij in het gebied van Kaftor woonden voordat zij naar Kanaän kwamen. Zij zouden dan op dezelfde wijze Kaftorieten worden genoemd als de Hebreeër Jakob een Syriër (of Arameeër) werd genoemd (De 26:5). Anders is het uitgesloten dat Deuteronomium 2:23 op de Filistijnen betrekking heeft en moet men concluderen dat er met de Kaftorieten een nationale groep werd bedoeld die onafhankelijk van de Filistijnen naar Kanaän was geëmigreerd.