Kalne
(Ka̱lne).
1. Een door Nimrod gestichte stad in het land Sinear (Ge 10:10). Kennelijk lag de stad dus in Z-Mesopotamië, maar de ligging is onzeker. Lange tijd heeft men op grond van een talmoedische overlevering en andere factoren aangenomen dat het hier om Nippur gaat, een oude Babylonische stad ongeveer 85 km ten ZO van Babylon. Sommige geleerden geven er echter de voorkeur aan de stad te identificeren met Kulunu, de vroege naam van een in de nabijheid van Babylon gelegen stad van enige betekenis. Een derde mogelijkheid is de dubbelstad Kisj, Hursagkalama genoemd, waarbij dan het tweede deel van de naam (-kalama) vermoedelijk voor Kalne staat. Sommige vertalingen (JB; NE; RS) geven Kalne niet als plaatsnaam weer, maar met de woorden „alle te zamen”, zodat de tekst luidt: „Babel, Erech en Akkad, alle te zamen in het land Sinear.” Hiervoor zou echter de interpunctie van de masoretische tekst veranderd moeten worden.
2. Een plaats die door de profeet Amos samen met de steden Hamath en Gath vermeld werd toen hij Israël en Juda voor een komende rampspoed waarschuwde (Am 6:2). Sommige commentators denken dat deze stad identiek is met nr. 1, maar de meeste geleerden zijn de mening toegedaan dat ze, vanwege het feit dat ze in samenhang met Hamath en Gath wordt genoemd, eerder gezocht moet worden in het gebied dat aan het oostelijke deel van de Middellandse Zee grenst, en niet in Mesopotamië. Zij opperen een identificatie met Kullani, de uit Assyrische inscripties bekende stad in N-Syrië (vermoedelijk het huidige Kullan Köy, zo’n 16 km ten ZO van Arpad), een stad die door Tiglath-Pileser III genoemd wordt als een van de plaatsen die hij gedurende een Assyrische veldtocht in het westen onderworpen had. Indien deze identificatie correct is, dan is dit Kalne misschien identiek met Kalno uit Jesaja 10:9.