Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Karische lijfwacht

Karische lijfwacht

(Ka̱rische).

Een troepenafdeling die Jojada hielp om Athalia ten val te brengen en Joas als koning van Juda te installeren. — 2Kon 11:4, 13-16, 19.

Veel geleerden zijn de mening toegedaan dat de Karische lijfwacht een andere benaming is voor de Kerethieten of Krethi, van wie gezegd wordt dat zij in de strijdkrachten van David en Salomo dienden. Volgens sommige geleerden hebben de Krethi ook als een speciale lijfwacht van deze koningen gefungeerd (2Sa 8:18; 1Kon 1:38; 1Kr 18:17). Dat de Karische lijfwacht met de Kerethieten of Krethi in verband wordt gebracht, vindt bovendien ondersteuning in het feit dat in de masoretische tekst van 2 Samuël 20:23 over de „Karische lijfwacht” wordt gesproken, terwijl de weergave in de kanttekening ervan, alsook in veel Hebreeuwse handschriften, „Krethi” luidt.

In het ZW van Klein-Azië lag in de oudheid een district, Karië genaamd. Omdat in Ezechiël 25:16 en Zefanja 2:5 de Kerethieten met de Filistijnen in verband worden gebracht, en aangezien de Griekse Septuaginta in deze teksten in plaats van Kerethieten de aanduiding „Kretenzers” heeft staan, geloven sommigen dat degenen die tot de Karische lijfwacht behoorden, misschien oorspronkelijk via Kreta uit het district Karië kwamen.