Kimah, Sterrenbeeld
(Kiʹmah).
Deze term wordt in Job 9:9; 38:31 en Amos 5:8 gebruikt ter aanduiding van een sterrenbeeld. Men neemt gewoonlijk aan dat daarmee de Plejaden worden bedoeld, een uit zeven grote en andere kleinere sterren bestaande en in nevels gehulde sterrengroep die ongeveer 380 lichtjaren van de zon verwijderd is. In Job 38:31 vraagt Jehovah aan Job of hij „de banden van het sterrenbeeld Kimah [kan] vastbinden”. Volgens sommigen wordt hiermee gedoeld op de compactheid van de Plejadencluster, de sterrenhoop die met het blote oog goed waarneembaar is. Hoewel niet met zekerheid gezegd kan worden welk sterrenbeeld nu precies bedoeld wordt, gaat het er bij de gestelde vraag kennelijk om of louter een mens in staat is een groep sterren in een cluster bijeen te binden zodat ze als sterrenbeeld voor altijd bij elkaar blijven. Door deze vraag gaf Jehovah Job dus duidelijk te verstaan hoe nietig de mens is in vergelijking met de Universele Soeverein.