Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kirjath-Jearim

Kirjath-Jearim

(Ki̱rjath-Jea̱rim) [Stad der wouden].

Een Hevitische stad die met de Gibeonieten in verband wordt gebracht (Joz 9:17), ook bekend onder de naam Baäla (Joz 15:9), Baäle-Juda (2Sa 6:2) en Kirjath-Baäl (Joz 15:60). Kirjath-Jearim ging later tot Juda behoren en grensde aan het gebied van Benjamin (Joz 15:1, 9; 18:11, 14; Re 18:12). Blijkbaar vestigden zich daar Israëlieten die via Kaleb van Juda afstamden. — 1Kr 2:3, 50, 52, 53.

In de 12de eeuw v.G.T. werd de Ark — enige tijd nadat de Filistijnen haar hadden teruggebracht — op verzoek van de mannen van het nabijgelegen Beth-Semes naar Kirjath-Jearim gebracht. Blijkbaar is de Ark daar gebleven totdat ze ongeveer zeventig jaar later door koning David naar Jeruzalem werd overgebracht. — 1Sa 6:20–7:2; 1Kr 13:5, 6; 16:1; 2Kr 1:4.

De profeet Uria, een tijdgenoot van Jeremia, was de zoon van Semaja uit Kirjath-Jearim (Jer 26:20). Onder degenen die uit de Babylonische ballingschap terugkeerden, bevonden zich ook nakomelingen van voormalige bewoners van deze stad. — Ezr 2:1, 2, 25; Ne 7:6, 7, 29.

Zoals algemeen wordt aangenomen, beantwoordt Deir el-ʽAzar (Tel Qiryat Yeʽarim) aan de bijbelse beschrijving van Kirjath-Jearim: een stad in het bergland (Joz 15:48, 60), gelegen op de grens tussen Juda en Benjamin, in de buurt van de andere Gibeonitische steden. Deze plaats ligt strategisch gunstig op een heuvel, ongeveer 14 km ten ONO van Beth-Semes en zo’n 13 km ten WNW van Jeruzalem. Deze ligging komt ongeveer overeen met de zienswijze van Eusebius, die Kirjath-Jearim de ene keer op negen Romeinse mijlen (13 km) en een andere keer op tien Romeinse mijlen (15 km) van Jeruzalem vandaan plaatst. Ook het feit dat Deir el-ʽAzar ligt in wat eens een bosrijke streek geweest schijnt te zijn, komt heel goed overeen met de betekenis van de naam Kirjath-Jearim, „Stad der wouden”.