Korenmaat
Na zijn discipelen als „het licht der wereld” te hebben geïdentificeerd, zei Jezus tot hen: „Wanneer men een lamp aansteekt, zet men die ook niet onder de korenmaat, maar op de lampestandaard, en ze schijnt op allen in het huis.” Zo’n „korenmaat” (Gr.: moʹdi·os) was een inhoudsmaat voor droge waren die overeenkwam met ongeveer 9 l, maar Christus gebruikte het woord figuurlijk in de zin van een bedekking of Mt 5:1, 2, 14-16; zie ook Mr 4:21; Lu 11:33.
afscherming. Jezus moedigde zijn discipelen aan hun geestelijke licht niet onder een figuurlijke „korenmaat” te verbergen. In plaats daarvan vermaande hij hen: „Laat . . . uw licht voor de mensen schijnen, opdat zij uw voortreffelijke werken mogen zien en uw Vader, die in de hemelen is, heerlijkheid geven.” —