Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kuschan-Rischataïm

Kuschan-Rischataïm

(Ku̱schan-Rischata̱ïm) [misschien: Kuschiet (Ethiopiër) van de dubbele goddeloosheid].

Een Mesopotamische koning uit wiens hand Othniël de Israëlieten na acht jaar van knechtschap bevrijdde. Hij wordt ook „de koning van Syrië” genoemd (Re 3:7-11). Sommigen beschouwen het tweede deel („Rischataïm”) van deze samengestelde naam als de naam van een plaats of gebied, terwijl anderen het met „dubbele goddeloosheid” weergeven. „Kuschan” wordt in Habakuk 3:7 parallel met Midian gebruikt; het verslag zegt echter dat Kuschan-Rischataïm uit Mesopotamië kwam (Hebr.: ʼAramʹ Na·haraʹjim; vgl. Ge 24:10, waar dezelfde uitdrukking wordt gebruikt om de ligging van de stad van Nahor in Syrië te beschrijven). In een lijst van farao Ramses III is sprake van een gebied in N-Syrië, Qusanaruma genaamd, en sommige geleerden vermoeden dat dit de mogelijke zetel van het rijk van deze koning is geweest. Kuschan-Rischataïm was de eerste die Israël ten tijde van de rechters hevig onderdrukte.