Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Lever

Lever

Een groot, klierachtig orgaan in gewervelde dieren en de mens, dat een rol speelt in de spijsvertering en bij het regelen van de chemische samenstelling van het bloed; bij de mens is het de grootste klier. De Hebreeuwse term ter aanduiding van de lever (ka·vedhʹ) is afgeleid van een grondwoord dat „zwaar zijn” betekent. In de Hebreeuwse Geschriften komt het woord „lever” het veelvuldigst voor in verband met de levers van dieren die door de Israëlieten voor het brengen van offers werden bereid (Ex 29:22; Le 3:4, 10, 15; 4:9). Het was „het aanhangsel aan de lever” dat men op het altaar in rook deed opgaan (Ex 29:13). De Commentary on the Old Testament, door C. F. Keil en F. Delitzsch, beschrijft dit deel van de lever als „het maag-levernet . . ., dat bij de scheiding tussen de rechter- en de linkerleverkwab begint en zich enerzijds over de maag en anderzijds tot de nierstreek uitstrekt. . . . Dit kleinere net is teer, hoewel niet zo vetrijk als het grotere net; toch wordt het tot de vette stukken gerekend” (1973, Deel I, Het derde boek van Mozes, blz. 300). In Rasji’s commentaar op Leviticus 3:4 wordt het gedefinieerd als „een wand, die afschut”. — Pentateuch, met Nederlandse vertaling van Rasji’s commentaar door A. S. Onderwijzer.

Koning Salomo’s verslag van de onervaren jongeling die bezwijkt voor de verlokkingen van de immorele vrouw, besluit met de woorden: „Plotseling gaat hij haar achterna, . . . totdat een pijl zijn lever openklieft, . . . en hij heeft niet geweten dat zijn eigen ziel ermee gemoeid is” (Sp 7:21-23). Dit is een zeer passende beschrijving, want artsen hebben ontdekt dat in de gevorderde stadia van syfilis (alsook bij vele andere ziekten) bacteriële micro-organismen de lever aanvallen. Ook het organisme (gonokok) dat verantwoordelijk is voor gonorroe (druiper), een andere seksueel overdraagbare ziekte, veroorzaakt in sommige gevallen een ernstige ontsteking van de lever. Ernstige leverbeschadiging kan natuurlijk tot de dood leiden. Dat de lever van vitaal belang is, wordt erkend doordat dit orgaan zinnebeeldig wordt gebruikt ter afschildering van diepe smart. — Klg 2:11.

Toen koning Nebukadnezar van Babylon leiding zocht in verband met zijn militaire operaties, heeft hij als een vorm van waarzeggerij „de lever bezien”. — Ez 21:21; zie WAARZEGGERIJ.