Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Magistraat

Magistraat

Onder de regering van Babylon waren politiemagistraten staatsbeambten in de rechtsgebieden. Zij waren goed onderlegd in de wet en oefenden beperkt rechterlijk gezag uit. Zij behoorden tot de functionarissen die bijeengeroepen werden om zich neer te buigen voor het gouden beeld van Nebukadnezar. — Da 3:2, 3.

In de Romeinse kolonies was het bestuur in handen van burgerlijke magistraten, in de Griekse steden stra·te·goiʼ genoemd. Het college kon uit drie, vier, in de regel vijf of zelfs uit tien of twaalf beambten bestaan. Het was hun taak de orde te handhaven, de financiën te beheren, wetsovertreders te verhoren en te berechten, en bevel te geven tot strafvoltrekking. Soms kwamen hun namen en titels voor op munten die door een stad werden uitgegeven. Voor de uitvoering van hun bevelen werden hun gerechtsdienaars of lictoren toegewezen. — Zie GERECHTSDIENAAR.

De burgerlijke magistraten van de Romeinse kolonie Filippi (Han 16:12) lieten Paulus en Silas zonder vorm van proces in het blok sluiten. De volgende dag zonden de magistraten gerechtsdienaars om hen vrij te laten. Maar Paulus eiste — teneinde het goede nieuws dat hij predikte, in het openbaar en wettelijk te verdedigen — dat de magistraten hen persoonlijk zouden vrijlaten. Daar de magistraten moeilijkheden met Rome vreesden omdat zij Romeinse burgers gegeseld hadden, verzochten zij Paulus en Silas dringend de stad te verlaten en lieten hen vrij. — Han 16:19-39.