(Makke̱da).

Een Kanaänitische koningsstad in de Sjefela. In de grot van Makkeda verscholen zich de vijf koningen die zich tegen de Gibeonieten verbonden hadden, en daar zaten zij tijdelijk opgesloten totdat zij terechtgesteld werden. Daarna werd deze grot hun gemeenschappelijke graf, en het Israëlitische leger onder Jozua nam de stad Makkeda in en gaf haar aan de vernietiging prijs. Bij de verdeling van het Beloofde Land werd Makkeda aan de stam Juda toegewezen. — Joz 10:5-29; 12:7, 8, 16; 15:20, 33, 41.

 De precieze ligging van Makkeda is onzeker. Men heeft de plaats voorlopig geïdentificeerd met Khirbet el-Kheishum, ongeveer 4 km ten NNO van Azeka. Omvangrijke ruïnes en nabijgelegen grotten markeren de plaats.