Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Maon

Maon

(Ma̱on).

1. Een nakomeling van Kaleb via Sammai. Het kan zijn dat Maon de vader was van de inwoners van Beth-Zur, of misschien was hij de aanzienlijkste burger of de stichter van die stad. — 1Kr 2:42, 45.

2. Een stad in het bergland van Juda (Joz 15:20, 48, 55). Israëls koning Saul achtervolgde David en zijn mannen tot in de wildernis die Maon omgaf. Maar het bericht over een inval door de Filistijnen dwong Saul de achtervolging te staken (1Sa 23:24-28). Later werden Davids mannen door Nabal, een rijke grondbezitter die kennelijk in Maon woonde, ongastvrij bejegend (1Sa 25:2-11). Deze stad wordt geïdentificeerd met Tell Maʽin (Horvat Maʽon [Bi-Yehuda]) op een hoge heuvel ongeveer 13 km ten ZZO van Hebron.