Mas
Een nakomeling van Sem via Aram (Ge 10:22, 23; 1Kr 1:17, Sy en zes Hebr. handschriften). In 1 Kronieken 1:17 staat in de masoretische tekst „Mesech” in plaats van „Mas”. Maar dit is waarschijnlijk een afschrijffout, want Mesech wordt als een „zoon” van Jafeth vermeld. — Ge 10:2; 1Kr 1:5.
Sommigen brengen Mas en zijn nakomelingen in verband met Mons Masius, een in N-Mesopotamië gelegen bergland waar de Griekse geograaf Strabo melding van maakt (Geographica, 16, I, 23). Anderen associëren Mas met een deel van de Syrisch-Arabische Woestijn die in Assyrische annalen het „(land van) Mas” wordt genoemd en beschreven wordt als „de woestijn waar versmachtende dorst huist, waar zelfs geen vogels aan de hemel zijn en waar noch wilde ezels (noch) gazellen weiden”. — Archaeology and the Old Testament, door M. F. Unger, 1964, blz. 98; Ancient Near Eastern Texts, onder redactie van J. B. Pritchard, 1974, blz. 299.