Michri
(Mi̱chri) [misschien van een grondwoord dat „verkopen” betekent].
Een Benjaminiet en een voorvader van Ela, die na de Babylonische ballingschap in Jeruzalem woonde. — 1Kr 9:1-3, 7, 8.
(Mi̱chri) [misschien van een grondwoord dat „verkopen” betekent].
Een Benjaminiet en een voorvader van Ela, die na de Babylonische ballingschap in Jeruzalem woonde. — 1Kr 9:1-3, 7, 8.