Naftuhim
(Na̱ftuhim).
Een naam die onder de nakomelingen van Mizraïm, de zoon van Cham, voorkomt (Ge 10:6, 13, 14; 1Kr 1:11, 12). Net als in het geval van de andere namen in deze opsomming vatten geleerden de duidelijk herkenbare meervoudsvorm gewoonlijk op als een aanwijzing dat er een stam of volk mee wordt bedoeld. Aangezien geleerden aannemen dat de naam afgeleid is van een geografische aanduiding, brengen zij Naftuhim vaak in verband met een Egyptische uitdrukking die „bewoners van de Delta” betekent, en op grond daarvan rekent men de Naftuhim tot de bewoners van Neder-Egypte (N-Egypte). Of deze opvattingen juist zijn, kan nog niet met zekerheid worden vastgesteld.