Nahamani
(Naha̱mani) [van een grondwoord dat „troosten; vertroosten” betekent].
Iemand die met Zerubbabel uit de Babylonische ballingschap terugkeerde. — Ne 7:6, 7.
(Naha̱mani) [van een grondwoord dat „troosten; vertroosten” betekent].
Iemand die met Zerubbabel uit de Babylonische ballingschap terugkeerde. — Ne 7:6, 7.