Omar
(O̱mar) [van een grondwoord dat „zeggen” betekent].
De als tweede genoemde zoon van Elifaz, Esau’s eerstgeborene; een stamhoofd van Edom. — Ge 36:10, 11, 15; 1Kr 1:36.
(O̱mar) [van een grondwoord dat „zeggen” betekent].
De als tweede genoemde zoon van Elifaz, Esau’s eerstgeborene; een stamhoofd van Edom. — Ge 36:10, 11, 15; 1Kr 1:36.