Palti
(Pa̱lti) [verkorte vorm van Paltiël].
1. Een Benjaminitische overste die in 1512 v.G.T. werd uitgekozen als een van de twaalf verspieders om het land Kanaän te verkennen. Hij was een zoon van Rafu. — Nu 13:2, 3, 9, 27-33.
2. Zie PALTIËL nr. 2.