Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Parel

Parel

Een glad, betrekkelijk hard en gewoonlijk wit, zacht iriserend bolletje, dat al sedert de oudheid als sieraad wordt gebruikt (1Ti 2:9; Opb 17:4; 18:11, 12, 15, 16; 21:2, 21). Het is een geharde massa calciumcarbonaat die zich in het binnenste van oesters en bepaalde andere weekdieren vormt. Wanneer een vreemd lichaampje (bijv. een zandkorreltje of een kleine parasiet) de ruimte tussen het lichaam en de schaal van het weekdier binnendringt, stimuleert dit de afscheiding van de als parelmoer aangeduide kalkachtige substantie, die hard wordt en de irriterende indringer omhult. Het vreemde lichaampje, dat als kern dient, wordt door telkens nieuwe lagen van deze parelmoerstof omgeven. Blijft door de contracties van de mantel de kern gescheiden van de schaal, dan ontstaat er in de loop van verscheidene jaren een schitterende parel.

Parels van hoge kwaliteit worden geproduceerd door de pareloester, die in de meeste warme tropische wateren voorkomt. Zeer gewild zijn de parels uit de omgeving van Bahrein in de Perzische Golf en die uit de Rode Zee.

Figuurlijk gebruik. In de bijbel wordt soms in figuurlijke zin op de kostbaarheid van parels gezinspeeld. Met betrekking tot de allesovertreffende waarde van ware wijsheid zei Job: „Een buidel met wijsheid is meer waard dan een buidel vol parels” (Job 28:18). In de Bergrede gaf Jezus Christus de volgende raad: „Geeft wat heilig is niet aan de honden en werpt uw paarlen niet voor de zwijnen, opdat die ze nimmer onder hun poten vertrappen en zich omkeren en u openrijten” (Mt 7:6). Kennelijk bedoelde Jezus dat als iemand er blijk van gaf als een hond of een zwijn te zijn, door geen waardering voor geestelijke zaken te hebben, men geen verdere moeite moest doen om geestelijke gedachten en leringen met hem te delen. Zulke verdorven personen zouden waardevolle geestelijke dingen slechts met voeten treden en een ieder die trachtte deze dingen met hen te delen, beschimpen of letsel toebrengen. Jezus illustreerde de onschatbare waarde van het koninkrijk der hemelen ook door te spreken over „één parel” van zo’n grote waarde dat een reizende koopman die op zoek was naar zeer mooie parels, ’dadelijk alles verkocht wat hij had en ze kocht’ (Mt 13:45, 46). Op deze wijze toonde Jezus dat iemand die het buitengewone voorrecht het koninkrijk der hemelen binnen te gaan werkelijk naar waarde schatte, bereid zou zijn alles op te geven om dit doel te bereiken. — Vgl. Mt 11:12; Lu 13:23-25; Fil 3:8-11.