Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Pentateuch

Pentateuch

(Pe̱ntateuch).

Onder dit vernederlandste Griekse woord (dat „vijf rollen” of „vijfdelige schriftrol” betekent) verstaan wij de eerste vijf boeken van de bijbel — Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium.

Inhoud. De Pentateuch is een zeer belangrijk deel van Gods geschreven Woord, omdat het een solide fundament vormt waarop veel van wat volgt, rust. Het eerste boek, Genesis, verschaft ons het geïnspireerde verslag van de schepping en schetst tevens de geschiedenis van de mens vanaf Eden tot ver in het patriarchale tijdperk, tot de dood van Jozef („in het begin” tot 1657 v.G.T.). Het tweede boek, Exodus, begint met de dood van Jozef en verhaalt Mozes’ geboorte in een tijd van slavernij, de bevrijding van Gods volk uit Egyptische knechtschap en de inwijding van het Wetsverbond bij de Sinaï; het bevat details omtrent de bouw van de centrale plaats van aanbidding in de wildernis, namelijk de tabernakel (historische gebeurtenissen van 1657 tot 1512 v.G.T.). Leviticus, het derde boek, dat een periode van slechts ongeveer één maand behandelt (1512 v.G.T.), verstrekt onschatbare inlichtingen over de levitische priesterschap, haar installatie en haar plichten, alsook wetten en voorschriften die verband hielden met de verplichting van de gemeente om Jehovah’s aanbidding te ondersteunen. Het vierde boek, Numeri (het Latijnse woord voor ’getallen’), beschrijft de volkstellingen die omstreeks het begin en tegen het einde van de tocht door de wildernis werden gehouden. Verder bevat het veel bijzonderheden over de veertigjarige omzwerving (tot 1473 v.G.T.) en talrijke wetten die tot het raamwerk van het nationale verbond behoorden. Het laatste boek, Deuteronomium, behandelt een periode van ongeveer twee maanden (1473 v.G.T.); het verklaart gedeelten van het Wetsverbond en verschaft veel verordeningen die nodig waren voor de nieuwe generatie Israëlieten die in de vlakten van Moab gelegerd waren en op het punt stonden het Beloofde Land binnen te trekken en het in bezit te nemen. De laatste hoofdstukken handelen over de aanstelling van Jozua als leider en de dood van Mozes.

Schrijver. Nergens vinden wij één tekst waarin staat dat Mozes de gehele Pentateuch heeft geschreven, maar door de hele stof heen komen wij duidelijke uitspraken tegen die de conclusie staven dat Mozes de schrijver was (Ex 17:14; 24:4; 34:27; Nu 33:2; De 31:9, 19, 22, 24-26). Bovendien zijn er veel gedeelten waarvan de woorden rechtstreeks aan Mozes toegeschreven worden, te beginnen met zijn eerste opgetekende gesprek (Ex 2:13, 14) tot aan de laatste zegen die hij uitsprak over het volk (De 33:1-29), met inbegrip van enkele van zijn langere toespraken (De 1:1; 5:1; 27:1; 29:2; 31:1) en opmerkelijke liederen (Ex 15:1-19; De 31:30–32:43). In 20 van de 27 hoofdstukken van Leviticus wordt ons in de openingsverzen verteld dat wat volgt, de woorden van Jehovah zijn die hij tot Mozes sprak opdat deze op zijn beurt het volk daaromtrent kon inlichten. Hetzelfde geldt voor meer dan vijftig gevallen in het boek Numeri. Dus met uitzondering van de laatste verzen van Deuteronomium bevat de Pentateuch zelf het bewijs dat Mozes werkelijk de schrijver was.

Vele andere passages in de bijbel bevestigen dat de Pentateuch door Mozes werd opgetekend (Joz 1:7; Re 3:4; 2Kon 18:6; Mal 4:4). Mannen als David (1Kon 2:1-3), Daniël (9:11), Ezra (6:18), Nehemia (8:1), Jezus (Mr 12:26; Lu 16:29; Jo 7:19), Lukas (24:27) en Johannes (1:17) schrijven dit werk aan Mozes toe. Nog rechtstreekser zijn de woorden van Jezus, die erkende dat Mozes de schrijver was (Mr 10:3-5; Jo 5:46, 47), hetgeen de Sadduceeën eveneens erkenden (Mr 12:18, 19).