Perkament
Een van de huid van schapen, geiten of kalveren bereid schrijfmateriaal. Leer werd in de oudheid reeds lang als schrijfmateriaal gebruikt; de Dode-Zeerol van Jesaja, die tegen het einde van de 2de eeuw v.G.T. werd afgeschreven, is van leer. Papyrus uit Egypte werd als schrijfmateriaal op grotere schaal gebruikt, maar toen (zoals Plinius bericht) de koning van Egypte omstreeks 190 v.G.T. de papyrusuitvoer verbood, werd in Pergamum het perkament (het woord „perkament” is van het Lat. pergamena afgeleid) uitgevonden. Misschien moet daaronder gewoon de popularisatie van een reeds bestaande methode voor de behandeling van dierehuiden worden verstaan, zodat beide zijden konden worden beschreven. Perkamentrollen waren veel duurzamer dan de goedkopere papyrusrollen.
In 2 Timotheüs 4:13 vroeg de apostel Paulus aan Timotheüs of hij „de boekrollen, vooral de perkamenten”, wilde meebrengen (GNB; NW). Hij geeft niet te kennen wat de inhoud van die gevraagde rollen was, maar het is heel goed mogelijk dat hij om delen van de Hebreeuwse Geschriften vroeg, zodat hij die tijdens zijn gevangenschap in Rome kon bestuderen. De zinsnede „vooral de perkamenten” zou erop kunnen duiden dat het om zowel papyrus- als perkamentrollen ging.
De oude Romeinen gebruikten veelal met was bestreken houten bordjes om dingen van tijdelijke aard op te schrijven. Na verloop van tijd werden voor dit doel bladen van leer of perkament gebruikt. Het Latijnse woord membranae (huiden) werd op zulke aantekenboeken van perkament toegepast. In de eerder aangehaalde tekst gebruikte Paulus het Griekse equivalent van het woord toen hij om „de boekrollen, vooral de perkamenten [memʹbra·nas]” vroeg. Sommige commentators hebben derhalve geopperd dat hij vroeg om boekrollen van de Hebreeuwse Geschriften en om bepaalde aantekeningen of brieven. Moffatt geeft de zinsnede derhalve weer met „mijn boeken, en vooral mijn papieren”, en in The New English Bible staat „de boeken, bovenal mijn aantekenboeken”. Maar of „de perkamenten” nu aantekenboeken of
papieren waren of perkamentrollen (Kx), kan niet worden vastgesteld.Velijn. Perkament werd normaal gesproken van de huid van schapen, geiten of kalveren vervaardigd. In de 3de en 4de eeuw G.T. begon men een onderscheid te maken tussen de ruwere en de fijnere kwaliteit van het materiaal; de ruwere soort bleef bekendstaan als perkament, maar de fijnere soort werd velijn genoemd. Voor velijn werden de tere huiden van kalveren of jonge geitjes of van doodgeboren kalveren of lammeren gebruikt. Het werd bereid door het haar van de gewassen huiden af te schrapen, waarna de huiden op een raam werden gespannen. Vervolgens werden ze opnieuw gewassen en afgeschraapt om oneffenheden te verwijderen. Ten slotte werden ze bestoven met krijt en gepolijst met puimsteen. Zo werd een dun, zacht, bijna wit schrijfmateriaal verkregen dat men alom ging gebruiken voor belangrijke boeken totdat de boekdrukkunst werd uitgevonden, waarvoor het gebruik van papier beter en goedkoper bleek te zijn. Belangrijke bijbelhandschriften zoals het Sinaïtische handschrift en het Vaticaanse handschrift nr. 1209, beide uit de 4de eeuw, alsook het Alexandrijnse handschrift uit de 5de eeuw zijn op velijn geschreven.