Publius
(Pu̱blius) [uit het Lat.: Tot het volk behorend].
Een op Malta wonende rijke grondbezitter die Paulus en zijn medereizigers drie dagen gastvrijheid verleende nadat zij in de nabijheid van het eiland schipbreuk hadden geleden. Paulus genas op zijn beurt Publius’ vader, die aan dysenterie leed en door koorts gekweld werd. — Han 28:7, 8.
Publius was „de voornaamste man van het eiland”. In dit geval is deze aanduiding schijnbaar een officiële titel, die met de titel van stadhouder overeenkwam en waarschijnlijk door de hoogste Romeinse functionaris van het eiland werd gevoerd.