Quartus
(Qua̱rtus) [uit het Lat.: Vierde].
Iemand die in Korinthe woonde en wiens groeten Paulus in zijn brief aan de Romeinen (die hij omstreeks 56 G.T. schreef) opnam (Ro 16:23). Aangezien hij een Romeinse naam had en de broeders in Rome kende, kan hij vroeger tot die gemeente hebben behoord.