Rabboni
(Rabbo̱ni).
Een Semitisch woord dat „Mijn Leraar” betekent (Mr 10:51). Het kan zijn dat „Rabboni” een respectvollere vorm was dan „Rabbi”, welke aanspreektitel „Leraar” betekent, of dat er meer hartelijkheid door werd overgedragen (Jo 1:38). Maar toen Johannes zijn evangelie schreef, had het achtervoegsel van de eerste persoon (i) misschien zijn bijzondere betekenis in de titel verloren, want Johannes vertaalde het woord eenvoudig met „Leraar”. — Jo 20:16.