Rechters
1. Personen aan wie de rechtspraak is opgedragen. In Job 31:11, 28 wordt de zinsnede „ter attentie van de rechters” in een bijvoeglijke betekenis gebruikt ter beschrijving van dwalingen die rechterlijke aandacht vereisen. Derhalve staat hier in An American Translation „een afschuwelijke zonde” (vs. 11) en „een afschuwelijke misdaad” (vs. 28) in plaats van „een dwaling ter [attentie van] de rechters”. De „dwaling” waarover in vers 11 wordt gesproken, is overspel (vs. 9, 10), een misdaad die in Jobs tijd wellicht door de oudere mannen in de stadspoort berecht zal zijn. (Vgl. Job 29:7.) De „dwaling” uit vers 28 houdt echter verband met materialisme en in het geheim beoefende afgoderij (vs. 24-27), dwalingen van de geest en het hart, die niet door getuigenverklaringen gestaafd kunnen worden. Menselijke rechters zouden dus geen schuld kunnen vaststellen. Maar Job erkende klaarblijkelijk dat God dergelijke dwalingen kon berechten en dat ze ernstig genoeg waren om door Hem bestraft te worden.
2. Mannen die voorafgaande aan de periode van Israëls menselijke koningen door Jehovah werden verwekt om zijn volk te bevrijden, stonden als rechters of richters bekend (Re 2:16). Mozes, als middelaar van het Wetsverbond en als een door God aangestelde leider, richtte Israël veertig jaar. Maar de periode die gewoonlijk als het tijdperk van de rechters wordt beschouwd, begon met Othniël, enige tijd na de dood van Jozua, en duurde voort tot aan Samuël, de profeet. Samuël wordt gewoonlijk niet onder de rechters gerekend. Het tijdperk van de rechters strekte zich dus over ongeveer 300 jaar uit. — Re 2:16; Han 13:20.
De rechters werden door Jehovah uit verschillende stammen van Israël gekozen en door hem aangesteld. Tussen Jozua en Samuël worden de volgende twaalf rechters (Debora niet meegerekend) met name genoemd:
Rechter
Stam
Othniël
Juda
Ehud
Benjamin
Samgar
(?)
Barak
Naftali (?)
Gideon
Manasse
Tola
Issaschar
Jaïr
Manasse
Jefta
Manasse
Ebzan
Zebulon (?)
Elon
Zebulon
Abdon
Efraïm
Simson
Dan
Het precieze gebied dat onder elk van de rechters ressorteerde en de periode gedurende welke zij als rechter optraden, kan niet in alle gevallen nauwkeurig worden vastgesteld. Sommigen kunnen gelijktijdig in verschillende delen van Israël dienst hebben gedaan, en er waren tussenliggende periodes waarin Israël onderdrukt werd. — Zie KAART: Deel 1, blz. 743; GERECHT, GERECHTSHOF; OORDEELSDAG; ook rechters van Israël onder de individuele namen.