Rib
In het geraamte van de mens bevinden zich 24 van deze lange, smalle, gebogen beenderen waardoor de borstholte omgeven wordt. Gerangschikt in twaalf paren vormen ze een ’kooi’ die het hart en de longen beschermt. In het merg van de ribbeenderen wordt bloed aangemaakt.
God schiep de vrouw niet als een aparte schepping, los van de man, door haar uit het stof van de aardbodem te vormen, zoals hij dit bij de schepping van Adam had gedaan. Hij nam een rib uit Adams zijde en hieruit bouwde Hij voor Adam een volmaakte tegenhanger, de vrouw Eva (Ge 2:21, 22). Adam bleef niettemin een volmaakte man, die nu met zijn vrouw — als ’been van zijn gebeente en vlees van zijn vlees’ — verenigd was (Ge 2:23; De 32:4). Bovendien had deze ingreep geen invloed op de voortplantingscellen van Adam, zodat de ribstructuur van zijn kinderen, hetzij jongens of meisjes, onaangetast bleef. Iedere man en iedere vrouw heeft 24 ribben.
Het is interessant op te merken dat een rib die verwijderd is, in feite weer aangroeit en zichzelf vervangt zolang het periost (het beenvlies of de bindweefsellaag die met de beenderen is vergroeid) intact is gebleven. Het bericht maakt er geen melding van of Jehovah God zo te werk is gegaan of niet,
maar als de Schepper van de mens was God stellig op de hoogte van deze ongewone eigenschap van de ribbeenderen.Het woord „rib” komt opnieuw in de bijbel voor in Daniëls verslag over een visioen dat God hem tijdens de heerschappij van koning Belsazar van Babylon gaf. Eerst verscheen er een beest dat de dynastieke lijn van Babylonische heersers afbeeldde, gevolgd door een beest dat op een beer leek en de volgende ’koning’ of lijn van wereldheersers voorstelde, namelijk de Medo-Perzische. Dit op een beer gelijkende beest had drie ribben in zijn muil. Deze ribben kunnen erop duiden dat de door de beer gesymboliseerde ’koning’ zijn veroveringsveldtochten in drie richtingen uitbreidde, hetgeen Medo-Perzië ook deed. Daar het getal drie in de Schrift wordt gebruikt als symbool van intensiteit of nadruk, kunnen de drie ribben ook de door deze symbolische beer gekoesterde begeerte naar gebiedsverovering beklemtonen. — Da 7:5, 17; zie BEESTEN, SYMBOLISCHE.