Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Salmon

Salmon

(Sa̱lmon).

De zoon van Nahesson, een overste van de stam Juda. Salmon werd waarschijnlijk geboren tijdens de veertigjarige tocht door de wildernis. Hij trouwde met Rachab uit Jericho en werd de vader van Boaz. Salmon was daarom een schakel in de afstammingslijn die tot David en Jezus voerde (Nu 2:3; Ru 4:20-22; Mt 1:4, 5; Lu 3:32). In 1 Kronieken 2:11 wordt hij Salma genoemd. Deze nakomeling van Ram, Salmon, wiens nageslacht in Bethlehem woonde, dient echter niet te worden verward met de Salma die in 1 Kronieken 2:51, 54 „de vader” of bouwer van Bethlehem wordt genoemd, want laatstgenoemde was een nakomeling van Rams broer Kaleb. — Vgl. 1Kr 2:9, 18.