Samir
(Sa̱mir).
1. Een leviet; zoon van Micha. — 1Kr 24:20, 24.
2. Een stad in het bergland van Juda (Joz 15:20, 48). De oude naam schijnt bewaard te zijn gebleven in die van Khirbet Somerah, hoewel men denkt dat Samir in werkelijkheid dicht bij el-Bireh, ongeveer 20 km ten ZW van Hebron, heeft gelegen.
3. Een in het bergland van Efraïm gelegen plaats waar rechter Tola woonde en begraven werd (Re 10:1, 2). Samir heeft misschien op dezelfde plek gelegen als later Samaria, of daar dichtbij. Deze zienswijze wordt enigszins ondersteund door de Codex Alexandrinus (LXX), waar in Rechters 10:1 Sa·ma·reiʹai (Samaria) staat.