Schenker
Een hofbeambte die ermee belast was de koning wijn of andere dranken in te schenken (Ge 40:1, 2, 11; Ne 1:11; 2:1). Tot de taken van de overste der schenkers behoorde onder andere soms het proeven van de wijn voordat hij deze aan de koning gaf. De reden hiervoor was dat de koning altijd rekening moest houden met een aanslag op zijn leven door vergiftiging van zijn wijn.
Daar het leven van de koning op het spel stond, was absolute betrouwbaarheid een eerste vereiste voor deze functie, die als een van de meest eervolle posities aan het hof gold. De overste der schenkers was vaak bij koninklijke conferenties en besprekingen aanwezig. Daar hij in zo’n nauwe en gewoonlijk vertrouwelijke verhouding tot de koning stond, had hij dikwijls een aanzienlijke invloed op hem. Het was Farao’s schenker die Jozef aanbeval (Ge 41:9-13). Koning Artaxerxes van Perzië had grote achting voor zijn schenker, Nehemia (Ne 2:6-8). Toen Nehemia naar Jeruzalem reisde, voorzag Artaxerxes hem van een militaire escorte. — Ne 2:9.
Dat schenkers zo vaak op afbeeldingen uit de oudheid te zien zijn, getuigt van de belangrijkheid van hun positie. De koningin van Scheba was zeer onder de indruk van Salomo’s „schenkers en hun kledij”. — 2Kr 9:4.