School
Een instelling waarin onderwijs gegeven wordt. Het woord „school” is afgeleid van het Griekse woord schoʹle, dat in wezen „vrije tijd” betekent; vervolgens datgene waarvoor de vrije tijd wordt gebruikt — discussies, lezingen, studie, leren.
De Schepper legde ouders de verantwoordelijkheid op om hun kinderen te onderrichten omtrent de werkelijke zin van het leven, zowel het letterlijke als het geestelijke leven. In het oude Israël zonderde hij ook de stam Levi af om religieus onderwijs te verschaffen. — Zie ONDERWIJS.
In latere tijd ontstonden er onder de joden centra voor hoger religieus onderwijs. Saulus (Paulus) had bijvoorbeeld aan de voeten van Gamaliël gestudeerd. De joden trokken de bekwaamheden van een ieder die beweerde Gods wet te onderwijzen, Han 22:3; Jo 7:15.
in twijfel wanneer hij niet aan hun scholen had gestudeerd. —Toen Paulus in Efeze was, hield hij drie maanden lang lezingen in de synagoge, aangezien synagogen centra van onderricht waren. Maar toen sommigen hevig tegenstand boden tegen het goede nieuws, bracht hij de discipelen over naar de aula van de school van Tyrannus, waar hij twee jaar lang dagelijks lezingen hield. Er wordt niet specifiek gezegd met welk doel die school was opgericht, maar Paulus mocht de faciliteiten blijkbaar vrijelijk gebruiken, misschien een paar uur per dag. — Han 19:8-10, vtn.
De vergaderplaatsen van de christelijke gemeente dienden als scholen waar de boekrollen van de Hebreeuwse Geschriften alsook de geschriften van de apostelen en hun metgezellen beschouwd konden worden. Weinig christenen bezaten alle Hebreeuwse boekrollen of beschikten over afschriften van alle christelijke brieven. De vergaderingen boden een gelegenheid om deze geschriften grondig te onderzoeken en te bespreken (Kol 4:16). Arme christenen die geen ander schrijfmateriaal bezaten, schreven waarschijnlijk bijbelteksten voor persoonlijke studie en andere doeleinden op ostraka, ofte wel potscherven. Wanneer zij op bijeenkomsten naar de voorlezing uit de Schrift luisterden of toegang hadden tot de boekrollen, konden zij teksten met inkt op de potscherven schrijven. Terzelfder tijd bleef het onderwijs van het hele gezin thuis een essentieel onderdeel van het christelijke onderricht (Ef 6:4; 1Kor 14:35). Een aparte regeling voor kinderen, zoals de tegenwoordige „zondagsschool”, werd noch door de joden noch door de christelijke apostelen ingesteld of toegepast.