Segub
(Se̱gub) [Hoog; Beschermd].
1. Zoon van Hezron en vader van Jaïr uit de stam Juda. — 1Kr 2:21, 22.
2. De jongste zoon van Hiël, de Betheliet. Als een vervulling van Jozua’s vloek verloor Segub zijn leven toen zijn vader tijdens de regering van koning Achab Jericho herbouwde. — Joz 6:26; 1Kon 16:34.