Senir
(Se̱nir).
De Amoritische naam van de berg Hermon (De 3:9). Aangezien in 1 Kronieken 5:23 gesproken wordt over „Senir en de berg Hermon”, werd de naam Senir wellicht ook gebruikt als aanduiding van een gedeelte van het Hermongebergte of de Anti Libanon. Senir was een gebied dat jeneverstammen leverde (Ez 27:5), en er huisden leeuwen en luipaarden (Hgl 4:8). Een Assyrische inscriptie beschrijft Senir (Sa-ni-ru) als „een berg tegenover de Libanon”. — Ancient Near Eastern Texts, onder redactie van J. B. Pritchard, 1974, blz. 280; zie HERMON.