Siftan
(Si̱ftan) [van een grondwoord dat „oordelen” betekent].
Vader van Kemuël, de overste die Efraïm vertegenwoordigde toen het Beloofde Land onder de stammen van Israël werd verdeeld. — Nu 34:17, 18, 24.
(Si̱ftan) [van een grondwoord dat „oordelen” betekent].
Vader van Kemuël, de overste die Efraïm vertegenwoordigde toen het Beloofde Land onder de stammen van Israël werd verdeeld. — Nu 34:17, 18, 24.