Sillem
(Si̱llem) [van een grondwoord dat „vrede maken; vergoeden; vergelden” betekent].
De laatstgenoemde van de vier zonen van Naftali die vermeld worden onder „de namen van Israëls zonen die in Egypte kwamen” (Ge 46:8, 24). Hij stichtte de familie der Sillemieten (Nu 26:49, 50). In 1 Kronieken 7:13 wordt zijn naam in de masoretische tekst als Sallum gespeld, hoewel hier in zeven Hebreeuwse handschriften Sillem staat.