(Si̱mron-Me̱ron).

Een stad waarover een koning had geheerst die door Jozua werd verslagen (Joz 12:7, 8, 20). Het is misschien de volledige naam van de stad Simron, of mogelijk is het een toespeling op het feit dat de koning van Simron een van de koningen was die bij de wateren van Merom werden verslagen (Joz 11:1, 5, 7, 8). In sommige handschriften worden de namen gescheiden alsof het om twee steden gaat, Simron en Meron, maar nergens anders wordt melding gemaakt van een plaats die Meron heet.