Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Suhiet

Suhiet

(Suhi̱e̱t) [Van (behorend tot) Suah].

Blijkbaar een nakomeling van Suah, een zoon van Abraham bij zijn vrouw Ketura (Ge 25:2; 1Kr 1:32). Jobs metgezel Bildad is de enige Suhiet die in de Schrift met name genoemd wordt. — Job 2:11; 8:1; 18:1; 25:1; 42:9.