Tideal
(Ti̱deal).
De koning van Gojim en een bondgenoot van de Elamitische koning Kedorlaomer, die beiden met nog twee andere monarchen vijf koningen uit de omgeving van de Dode Zee onderwierpen. Na twaalf jaar knechtschap kwamen de vijf verslagen koningen in opstand. Tideal, Kedorlaomer en de anderen trokken naar het W om de opstand neer te slaan, waarbij zij buit en gevangenen meenamen, onder wie ook Abrahams neef Lot. Abraham achtervolgde de onderdrukkers en bracht de gevangenen en de geplunderde have terug, maar niets wijst erop dat Tideal of de koningen die met hem waren, werden gevangengenomen of gedood. — Ge 14:1-17.