Vanja
(Va̱nja).
Een na de ballingschap levende zoon van Bani. Hij en talrijke andere personen waren met buitenlandse vrouwen gehuwd maar zonden hen op Ezra’s aanmaning weg. — Ezr 10:10, 11, 34, 36, 44.
(Va̱nja).
Een na de ballingschap levende zoon van Bani. Hij en talrijke andere personen waren met buitenlandse vrouwen gehuwd maar zonden hen op Ezra’s aanmaning weg. — Ezr 10:10, 11, 34, 36, 44.