Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Verzoendeksel

Verzoendeksel

Het deksel van de ark van het verbond, waarvóór de hogepriester op de Verzoendag bloed van zondeoffers spatte.

Bijbelvertalingen geven het Hebreeuwse woord kap·poʹreth onder andere weer met „genadestoel” (Leu), „verzoening” (AT; Dy), „deksel” of „verzoendeksel” (GNB; KB; LV; NBG; NW; Nederlandse PB; SV). De Hebreeuwse term komt van een grondwerkwoord dat „(zonde) bedekken” betekent.

Overeenkomstig de door Jehovah aan Mozes gegeven instructies vervaardigde Bezaleël, een kunsthandwerker, een deksel van zuiver goud voor de heilige kist of ark van het verbond. Hij maakte het 2,5 el (111 cm) lang en 1,5 el (67 cm) breed. Op dit deksel bevonden zich twee gouden cherubs (aan elk uiteinde van het deksel een) met naar boven uitgespreide vleugels die het deksel beschutten. De gezichten van de cherubs waren naar het deksel gekeerd. De Ark werd in het Allerheiligste van de tabernakel geplaatst. — Ex 25:17-21; 37:1, 6-9.

Op de Verzoendag (jōm hak·kip·poe·rimʹ, „dag der bedekkingen of verzoeningen” [Le 23:27, 28]) ging de hogepriester het Allerheiligste binnen en spatte wat van het bloed van de stier vóór het deksel (aan de voor- of O-kant ervan); vervolgens deed hij hetzelfde met het bloed van de bok (Le 16:14, 15). Aldus speelde het gouden deksel van de Ark een speciale rol bij de typologische verzoening (of bedekking) van zonden.

Wanneer God met Mozes of met de hogepriester wilde spreken, deed hij dat van tussen de cherubs op het verzoendeksel (Ex 25:22; Nu 7:89; vgl. Le 10:8-10; Nu 27:18-21). Jehovah zei dat hij in een wolk boven het deksel van de Ark zou verschijnen. Blijkbaar straalde of schitterde deze wolk helder en verlichtte ze het Allerheiligste. — Le 16:2; vgl. Ps 80:1.

In 1 Kronieken 28:11 wordt het Allerheiligste, de binnenste afdeling van de tempel, „het huis van de kap·poʹreth” genoemd. In dit geval wordt het Hebreeuwse woord kennelijk niet slechts gebruikt om een lid, of deksel, voor een kist aan te duiden, maar wordt het gebezigd met het oog op de speciale functie die het deksel bij de verzoening van zonden had. Daarom wordt de uitdrukking met „het huis der verzoening” (KB), „het huis van het verzoendeksel” (NW; SV) weergegeven.

Symbolisch. Met het in Hebreeën 9:5 gebruikte Griekse woord hi·la·steʹri·on, „verzoening”, wordt het deksel van de Ark aangeduid. In de voorafschaduwing, of het model, werd Gods tegenwoordigheid gesymboliseerd tussen de twee cherubs boven het verzoendeksel (Le 16:2; Ex 25:22). De geïnspireerde schrijver van het boek Hebreeën wijst erop dat deze dingen symbolisch waren. Evenals de hogepriester op de Verzoendag met het bloed van offerdieren het Allerheiligste binnenging, zo verscheen Christus met de waarde van zijn offer niet voor een letterlijk verzoendeksel, maar in de hemel, in de tegenwoordigheid van Jehovah God. — Le 16:15; Heb 9:11-14, 24-28.