Zabdiël AFSPELEN Zabdiël (Za̱bdiël) [God heeft begiftigd]. 1. Vader van de Jasobam die was aangesteld over de eerste maandelijkse afdeling die koning David diende. — 1Kr 27:2. 2. Een vooraanstaand priester die na de Babylonische ballingschap als opziener in Jeruzalem was aangesteld. — Ne 11:10, 14. Afdrukken Delen Delen Zabdiël Inzicht in de Schrift Zabdiël Nederlands Zabdiël https://assetsnffrgf-a.akamaihd.net/assets/ct/d8f8c0370e/images/syn_placeholder_sqr.png it blz. 1307