Zattu
(Za̱ttu).
Voorvader van een grote familie die in 537 v.G.T. met Zerubbabel naar Jeruzalem terugkeerde (Ezr 2:1, 2, 8; Ne 7:13). Toen Ezra naar Jeruzalem kwam, zonden sommige van hun nakomelingen de buitenlandse vrouwen die zij hadden genomen, weg (Ezr 10:10, 11, 27, 44). Kort daarna bezegelde een vertegenwoordiger van deze familie, of iemand anders die Zattu heette, de „betrouwbare overeenkomst”. — Ne 9:38; 10:1, 14.